Naast de vele Haagse schilders die Nieuwkoop en Noorden ontdekten als dé locatie voor hun landschappen, zagen ook fotografen al vroeg dat deze dorpen het waard waren om naar af te reizen. Zo verhaalt De Camera, modern fotografisch tijdschrift op 1 juli 1925 over het Fototoerisme in Noorden.

“In Noorden vinden we een schat van Hollandsch landschapsschoon”, begint het verhaal in het hoofdstuk Foto-toerisme – Het Dorpje Noorden II. De schrijver vraagt zich af of fotografen er wel kunnen geraken. “Doch voor den wielrijder is het heel eenvoudig en ik twijfel niet of de een of andere autobus zal u van af het station Gouda er heen kunnen brengen.”

Hollandsch dorp
Na een routebeschrijving die onder andere door Nieuwkoop gaat – “Nieuwkoop is al reeds een heel eigenaardig Hollandsch dorp waar men zijn hart kan ophalen aan de echte landelijke tafereeltjes” – is daar de aankomst in Noorden. “Noorden is het land waar vele bekende schilders hunne motieven vonden. Iedereen kent die prachtige werken van Maris. Nu, dat vindt ge in Noorden. Wat zouden de meesterwerken van Maris zijn, indien de landschappen geheel en al wolkenloos waren? Zoo is het in de fotografie eveneens.”

De auteur raadt aan, “alvorens wij dien omtrek van Noorden afjagen met ons kiektoestel”, eerst een bezoek te brengen aan Moeder Verzijden. Even opfrissen en uitrusten. “Dat is nu werkelijk de moeder der schilders, doch wie er ook maar aanklopt, iedereen vindt bij haar gastvrijheid.” In haar pension sliepen heel wat grote schilders, verhaalt de schrijvende fotograaf.

Kronkende boorden en wuivend riet
De schrijver zegt dat de weg in Noorden niet gewezen hoeft te worden. “Het natuurschoon is van dien aard, dat ik niet zou weten, wat of nu wel het mooiste is. De kronkelende boorden, wuivend riet, doet u denken aan den grooten Vlaamschen dichter Guido Gezelle.” Hij sluit zijn omschrijving af met: “Noorden is een plekje waar de steeds zoekende, ernstige fotograaf alle mogelijke motieven kan opdiepen en vastleggen.”

Het beschreven hoofdstuk hierboven vonden wij op de Facebookgroep Noorden: Toen en Nu, waar Martin Brouwer dit prachtige verhaal plaatste.