Annette Pietersen, Guus Elkhuizen, Jan Leendert van den Heuvel en Maarten Hornikx werken samen aan een Burgermeetnetwerk Vliegtuiggeluid Groene Hart. ©

Het aantal vluchten van en naar Schiphol is tussen 1990 en 2018 verdubbeld tot bijna vijfhonderdduizend per jaar. Deze groei heeft geleid tot een forse toename van hinder door vliegtuiggeluid, ook in het Groene Hart. Inwoners uit het Groene Hart gaan met hulp van Technische Universiteit Eindhoven een burgermeetnetwerk vliegtuiggeluid ontwikkelen en testen.

De forse toename van vliegtuighinder heeft onder andere te maken met de regelgeving rond vlieghinder. Alle regelgeving is gebaseerd op berekeningen. Metingen van werkelijk geluid en werkelijk ervaren hinder spelen geen rol. Inwoners uit het Groene Hart werden het wachten op maatregelen vanuit de overheid en de luchtvaartsector beu en nemen nu zelf het heft in handen met de ontwikkeling van een het burgermeetnetwerk vliegtuiggeluid.

Hoe het begon

Initiatiefnemer Annette Pietersen: “In het voorjaar van 2019 werd ik gewezen op het bestaan van de app Explane voor het meten van vliegtuiggeluid met een mobiele telefoon. Korte tijd later zag ik een oproep waarbij de makers van deze app vrijwilligers zochten voor de ontwikkeling van een meter die continu zou meten middels een minicomputer. Dat was het moment om de techneuten in huis in te schakelen.” Haar partner René Kuijf vertelt: “Ik ben IT-specialist. Onze zoon David deed een opleiding tot softwareprogrammeur. Samen kregen we het in de zomer van 2019 voor elkaar om een goed werkende meter te bouwen op basis van een Raspberry Pi computertje en een eenvoudige microfoon voor een bedrag onder 150 euro.”

Er werden al snel meer exemplaren gebouwd en op verschillende plaatsen in de omgeving getest. Het bleek goed mogelijk om met de verschillende meters hetzelfde vliegtuig op meerdere locaties te signaleren. Zo kwam de potentie van een meetnetwerk in beeld. Tegelijkertijd ontstond de vraag hoe aangetoond moest worden dat de metingen valide en betrouwbaar waren. Dat vroeg om aanvullende expertise.

Oplossing

In september 2019 diende zich een oplossing aan. Via deelname aan het programma De Monitor kwam prof. dr. Maarten Hornikx van de TU Eindhoven in het vizier. Pietersen nam contact op en al vrij snel was er overeenstemming over de contouren van een project voor het ontwikkelen en testen van een meetnetwerk. Hornikx: “Ik werd enthousiast, omdat we met onze akoestische expertise kunnen bijdragen aan het beter in kaart brengen van vliegtuiggeluid, een urgent maatschappelijk vraagstuk. En helemaal om dat samen te doen mét de maatschappij via citizen science.” Ook het RIVM werd betrokken vanwege het programma ‘Samen Meten’, dat gericht is op het ondersteunen en verbinden van meetinitiatieven van burgers.

De derde uitdaging bestond uit het vinden van geldschieters. Wethouders Guus Elkhuizen en Jan Leendert van den Heuvel zetten daar hun schouders onder. Het eindresultaat is dat zeven Groene Hart gemeenten en de provincie Zuid-Holland inmiddels een financiële bijdrage hebben toegezegd.

Project burgermeetnetwerk

Met inzet van de financiering start in maart een tweejarig project dat bestaat uit drie fasen. In fase 1 wordt een laboratoriumtest uitgevoerd met bestaande prototypes van geluidmeters voor vliegtuiggeluid. In fase 2 wordt een veldtest gedaan op vijf tot tien locaties in het Groene Hart. De prestaties van de eenvoudige geluidmeters in het veld worden met elkaar vergeleken en met metingen van de professionele meetstations. Fase 3 bestaat uit een grootschalige veldtest om data te verzamelen en de data-analyse verder te verbeteren. Voor het toegankelijk maken van de meetgegevens op een openbare plek wordt samengewerkt met het RIVM.

Aan het einde van het project is duidelijk of het mogelijk is om met een groot aantal eenvoudige meters en bijpassende dataverwerking te komen tot meer fijnmazige geluidkaarten van de regio. Het traject levert ook grote hoeveelheden meetgegevens op over verschillende vliegtuigtypen, die vergeleken kunnen worden met de inputgegevens die nu gebruikt worden voor berekeningen. Op basis van de projectresultaten kan beoordeeld worden of het nuttig en haalbaar is om blijvend een burgermeetnetwerk in de lucht te houden.