De inventarisatiefase van het warmte-onderzoek leerde dat de grote hoeveelheid restwarmte die op de Olm vrij komt, theoretisch een grote energetische potentie en dito CO2-besparing heeft als daarvan gebruik zou kunnen worden gemaakt. Maar de quick-scan leverde de volgende bevindingen op:

– de restwarmtetemperatuur en  de hoeveelheid restwarmte zijn veel lager dan verwacht;
– er is geen match tussen vraag en aanbod van warmte;
– een warmtepompinstallatie en een grote warmtebuffer zijn nodig;
– de vraag is versnipperd over meerdere kleine afnemers;
– dit alles maakt het geheel risicovol, complex en kostbaar;
– voor 250 woningen of 25.000 m² bedrijfsruimte is dit niet rendabel: een individuele  verwarmingsinstallatie is goedkoper;
– leveringszekerheid en afhankelijkheid van één grote aanbieder geven een extra risico;
– dit alles geldt ook bij verdubbeling van de restwarmte door productie-uitbreiding bij dezelfde  grote aanbieder.

Helaas heeft men met betrokkenen moeten concluderen dat er geen kansrijke en haalbare opties voorhanden zijn om die restwarmte in te zetten, niet voor de warmtebehoefte van de bedrijven op de Olm, noch voor woningen in de buurt.
Mogelijk kan een deel van de restwarmte nog met één of enkele directe buren worden gedeeld en hoeft die niet verloren te gaan.

De quick-scan elektriciteit is afgerond met het formuleren van langere termijndoelen (stip op de horizon) en de aanpak van het haalbaarheidsonderzoek (fase 3) van een slim energiesysteem op de Olm. Daarbij worden de mogelijkheden en voordelen van het slim omgaan met opwek, delen, opslaan, omzetten, transporteren en gebruiken van elektriciteit onderzocht. Voorzieningen als zon-pv op daken en velden, batterijen, laadpalen en -station, een elektrolyser, maken daar deel van uit.

Wat de stip op de horizon betreft zijn met de ondernemers de volgende nastrevenswaardige doelen vastgesteld:

– 100% duurzame energiebronnen en energieneutraliteit
– lokale energievoorziening zoveel mogelijk in eigen hand, niet afhankelijk van grote partijen
– optimale gelijktijdigheid van duurzame opwek en gebruik om zoveel mogelijk energie zelf te gebruiken
– eerlijke en stabiele energieprijzen voor de komende 5-10 jaar: kostprijs-plus van eigen opwek
– netcongestie voorkomen bij snel toenemende elektrificatie
– acceptabele businesscases (win-win voor de individuele ondernemer).

De bouwstenen die nodig zijn om deze doelen te behalen zijn individuele voorzieningen, collectieve voorzieningen en de koppeling via een energiegemeenschap. Die worden in overleg met betrokken ondernemers concreet uitgewerkt: technisch, financieel, ruimtelijk, organisatorisch.

De ruimtelijke impact die dit heeft wordt met de gemeente besproken.